Fl(e)ury – Noord-Holland

Op 31 augustus 1729 te Nijmegen wordt Frederik Wilhelmus gedoopt, zoon van Simon Hendrik Fleury en Anna Elisabeth Strikkers.
Hij wordt begraven omstreeks 15-12-1763 te Elburg en had als beroep pruikenmakersknecht.

 

Frederik Wilhelmus trouwt op 24-06-1759 in Kampen met Adriaantje Meiboom.

Uit notariële stukken en uit brieven (archief Elburg) van zijn vader Simon Hendrik Fleury blijkt dat het huwelijk tussen Frederik en Adriana niet al te gelukkig zou zijn geweest. Frederik verklaart, vóór mei 1759, te zijn betrokken in een affaire waarbij het vermoedelijk erom gaat van wie Adriana zwanger is.

Als tijdens zijn afwezigheid, Frederik woont in 1762 in Amsterdam (bij ene vrouw Hoffeling), blijkt dat Adriana wederom zwanger is, begint Frederik een proces, dat loopt van september 1762 tot 5 maart 1763.

Adriana heeft zelfs tegen anderen beweerd “dat sij van een ander beswangert was”. Reden van het verblijf van Frederik in Amsterdam was wellicht het huwelijk in 1761 van zijn broer Johannes Henricus.

Op 5 januari 1763 bericht notaris T. Tobias aan Frederik: “A. Meijboom is voor enige dagen in de kraam gekomen, en heeft bekend aan de vroedvrouw dat sij gekraamt heeft van de knegt oft die verwagtinghe sijnde–“. Wie nu deze knecht is, Frederik of … (?) is niet duidelijk. Wel is dus bekend dat Frederik pruikenmakersknecht was. Na het proces wordt Frederik gedagvaard om op 25 november 1763 te Zwolle “ten Huijse van Poortenaar” te compareren en de uitspraak aan te horen. Hieromtrent zijn in 2015 meer inhoudelijke stukken gevonden; deze geven helaas geen opheldering omtrent de knecht…

Frederik Wilhelmus en Adriana Meijboom krijgen dus tot zover bekend twee zonen:
1. Simon Hendrik Fleury, gedoopt op 12-08-1759 te Wijhe. Verder niets bekend.
2. Jan Flurij, gedoopt op 06-02-1763 te Wijhe, begraven op 17-11-1807 te Amsterdam.

Van Jan staat vast dat hij het buitenechtelijke kind is. Jan trouwt op 25-06-1786 te Amsterdam met Gerretje Soor.
Uit deze tak komt de Noord-Hollandse familie Fleury en Flury (Flurij) voort.


Wordt bij een gehuwde vrouw een kind verwekt door een man die niet haar echtgenoot is, dan zijn de vrouw en haar echtgenoot van rechtswege de officiële ouders naar het aloude rechtsbeginsel sola mater est quaedam – alleen de moeder is zeker. Dat is dan wellicht de reden dan Jan de achternaam Fl(e)urij heeft behouden.